Loading Loading...
Menu

ArboApp

Menu ArboApp
Loading

Werken op hellende en schuine daken

Waar moet je op letten als je op hellende of schuine daken (hellingshoek is groter dan 15 graden) werkt? Hieronder zie je het hele stappenplan. Klik op de knop “bekijk stappen met afbeeldingen” om alle stappen inclusief afbeeldingen te bekijken.

  • Gebruik bij voorkeur een verreiker met werkplatform.

  • Werk zoveel mogelijk vanaf een steiger of een bordes.

    Betreed een dak bij voorkeur met een ladder of een steiger i.p.v. via een raam of dakkapel.

  • Maak indien mogelijk gebruik van een positioneringsgordel welke is vastgemaakt aan een verankeringspunt.

  • Lukt dat niet? Gebruik dan een veiligheidsgordel en lijn met valdemper.

    Let op dat er voldoende valhoogte moet zijn (meestal 6 meter of meer).

  • Gebruik loopplanken wanneer een dak niet voldoende draagkracht heeft.

  • Loop niet over dakpannen maar gebruik bijvoorbeeld een dakladder met een nokhaak.

  • Dek sparingen in het dak af met voldoende draagkrachtig materiaal.

  • Zorg bij open vuur voor een brandblusser.

    Zorg dat er een brandblusser in de buurt aanwezig is (minimaal 6 kg) als er gewerkt wordt met open vuur (lassen of branden).

  • Laat geen materiaal of gereedschap rondslingeren.

    Borg het materiaal of gereedschap als de kans bestaat dat dit naar beneden kan vallen, bijvoorbeeld bij harde wind.

  • Staak het werken op het dak bij slechte weersomstandigheden.

    Zoals onweer, zware regenval, sneeuw en ijzel, windkracht 6 of hoger of bij dichte mist.

1 Gebruik bij voorkeur een verreiker met werkplatform.
2 Werk zoveel mogelijk vanaf een steiger of een bordes.
Betreed een dak bij voorkeur met een ladder of een steiger i.p.v. via een raam of dakkapel.
3 Maak indien mogelijk gebruik van een positioneringsgordel welke is vastgemaakt aan een verankeringspunt.
4 Lukt dat niet? Gebruik dan een veiligheidsgordel en lijn met valdemper.
Let op dat er voldoende valhoogte moet zijn (meestal 6 meter of meer).
5 Gebruik loopplanken wanneer een dak niet voldoende draagkracht heeft.
6 Loop niet over dakpannen maar gebruik bijvoorbeeld een dakladder met een nokhaak.
7 Dek sparingen in het dak af met voldoende draagkrachtig materiaal.
8 Zorg bij open vuur voor een brandblusser.
Zorg dat er een brandblusser in de buurt aanwezig is (minimaal 6 kg) als er gewerkt wordt met open vuur (lassen of branden).
9 Laat geen materiaal of gereedschap rondslingeren.
Borg het materiaal of gereedschap als de kans bestaat dat dit naar beneden kan vallen, bijvoorbeeld bij harde wind.
10 Staak het werken op het dak bij slechte weersomstandigheden.
Zoals onweer, zware regenval, sneeuw en ijzel, windkracht 6 of hoger of bij dichte mist.